Zoek het werkwoord

Vragen:
1. Ik loop naar schoolantwoord (optioneel): loop
2. Ik ga met oma fietsen
antwoord (optioneel): fietsen
3. Wij koken met een pan
antwoord (optioneel): koken
4. De klok tikt
antwoord (optioneel): tikt
5. Ik schrijf een brief
antwoord (optioneel): schrijf
6. Wij maken een hut
antwoord (optioneel): maken
7. Wij gooien de bal
antwoord (optioneel): gooien