Zoek de persoonsvorm

Vragen:
1. Vorig jaar werd zij ernstig ziek.antwoord (optioneel): werd; Werd
2. De leerkrachten van die school hebben vandaag voor betere arbeidsvoorwaarden gestaakt.
antwoord (optioneel): hebben; Hebben
3. We waren verbaasd over zijn plotselinge ijver.
antwoord (optioneel): waren; Waren
4. Mij hebben ze daar niets over verteld.
antwoord (optioneel): hebben; Hebben
5. Ik ben dat eeuwige gezeur meer dan beu.
antwoord (optioneel): Ben; ben
6. Zijn ooms hebben wel eens met elkaar ruzie gemaakt.
antwoord (optioneel): Hebben; hebben
7. Wanneer heb jij je zus een e-mail gestuurd?
antwoord (optioneel): Heb; heb
8. Het ijs op de vijver is nog erg dun.
antwoord (optioneel): is; Is
9. Wie had de planten van de buurman verzorgd?
antwoord (optioneel): Had; had
10. In hun nieuwe huis werden zij vaak door hun buren gezocht.
antwoord (optioneel): Werden; werden
11. Is die krant al door jou gelezen?
antwoord (optioneel): is; Is
12. Gisteren in alle vroegte heb ik een boerenzwaluw zien overvliegen
antwoord (optioneel): heb; Heb
13. Waarom heeft de buurman gezegd dat hij gaat verhuizen?
antwoord (optioneel): Heeft; heeft
14. Bob, wil je even wachten op de anderen!
antwoord (optioneel): Wil; wil
15. Met een krijtje schreef de docent het schema op het bord.
antwoord (optioneel): Schreef; schreef