Zinsontleding
Vragen:
1. Wat is de persoonsvorm: De meester geeft de beurt aan Lara.antwoord (optioneel): geeft
2. Wat is de persoonsvorm: In de herfst vallen de blaadjes van de bomen.
antwoord (optioneel): vallen
3. Wat is de persoonsvorm: Waarom koop je een cadeau voor Pieter?
antwoord (optioneel): koop
4. Wat is het onderwerp: De kinderen spelen samen op het plein.
antwoord (optioneel): de kinderen;DE kinderen;De kinderen
5. Wat is het onderwerp: De groene trui is heel duur.
antwoord (optioneel): De groene trui;de groene trui;groene trui
6. Wat is de persoonsvorm: In het bos leven veel verschillende dieren.
antwoord (optioneel): leven
7. Wat is het onderwerp: Houd jij ook zo van chocola?
antwoord (optioneel): jij
8. Wat is het onderwerp: Mijn moeder en ik gaan samen naar de film.
antwoord (optioneel): mijn moedr en ik
9. Wat is de persoonsvorm: Gaat Linda ook mee naar het zwembad?
antwoord (optioneel): gaat
10. Wat is het onderwerp: Op het plein spelen de kinderen een voetbalwedstrijd.
antwoord (optioneel): de kinderen;De kinderen;de kinderennnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn