woordsoorten

Vragen:
1. de agent heeft een pen. wat is het zn?antwoord (optioneel): agent pen
2. Jan iets raars ziet. is het een goede zin?
antwoord (optioneel): nee
3. De peuter is verdwaald Waarom is dit geen goede zin?
antwoord (optioneel): geen punt;.;punt
4. de dief steelt een fiets. wat is het werkwoord?
antwoord (optioneel): steelt
5. Ivo schrijft een verhaal. Wat is het lw?
antwoord (optioneel): een
6. ik eet een feestmaal aan tafel. Wat zijn de zn?
antwoord (optioneel): feestmaal tafel
7. oma mijn koor zingt in een Maak er een goede zin van.
antwoord (optioneel): Mijn oma zingt in een koor
8. Debbie deelt snoep uit. Wat is het ww?
antwoord (optioneel): deelt
9. Mans en Ivo zingen op straat een liedje. Wat zijn de zn?
antwoord (optioneel): Mans Ivo straat liedje
10. Thijmen bakt een brood in de keuken. wat zijn de lw?
antwoord (optioneel): een de