woordenschat vervoer

Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Taal
Labels: woordenschat vervoer
Auteur: Angelique Tuinman
Datum: 04-12-'20

< Terug naar overzicht

Vragen:

1. Noem het hele werkwoord: hoe heet het als een auto helemaal scheef staat of rijdt?
antwoord (optioneel): overhellen

2. Hoe heet een batterij in een auto?
antwoord (optioneel): accu;acu

3. Hoe heet een metalen deel van een wiel waar de band omheen zit?
antwoord (optioneel): velg

4. Noem het hele werkwoord: hoe heet het als een auto opeens aan de kant moet voor een ding op de weg?
antwoord (optioneel): zwenken

5. Hoe heet een garage voor vliegtuigen?
antwoord (optioneel): hangar;hanggar;hangaar

6. Hoe heet de gang waar de vliegtuigen aan geparkeerd staan?
antwoord (optioneel): pier

7. Waar moeten reizigers zich melden op een vliegveld?
antwoord (optioneel): incheckbalie;inchekbalie

8. Waar wachten mensen totdat ze met het vliegtuig weg gaan?
antwoord (optioneel): vertrekhal

9. Waar wordt het vliegverkeer in de gaten gehouden?
antwoord (optioneel): verkeerstoren

10. Wie houdt het vliegverkeer in de gaten?
antwoord (optioneel): verkeersleider

Speel een proefles met deze les!