woordenschat taal blok 2

Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Taal
Labels: Taal in beeld 2 blok 2 woordenschat oefenen voor de toets
Datum: 07-11-'22

< Terug naar overzicht

Vragen:

1. vragen stellen over een misdaad of een ongeluk
antwoord (optioneel): ondervragen;ondervraagen;ondervrager

2. een man of vrouw die beslist of iemand straf krijgt.
antwoord (optioneel): rechter;de rechter;regter

3. plaats in een gebouw waar je je jas kunt ophangen
antwoord (optioneel): garderobe;gardrobe;gerberobe

4. ander woord voor versiering. Met verf maakt de kunstenaar de versiering op de muur
antwoord (optioneel): decoratie;dekoratie

5. iemand die iets akeligs meemaakt waar hij niets aan kan doen
antwoord (optioneel): slachtoffer;slagtoffer;slagthoffer;het slagtofer;slachttoffer;slachtofe;slagstoffer;het slachtoffer

6. iets wat het leven makkelijker maakt
antwoord (optioneel): comfort;comford;canfort

7. Vul het juiste woord in
antwoord (optioneel): een grote draaideur is de ..... van dat gebouw.;-

8. vul het juiste woord in. Ze denken dat hij de diefstal heeft gepleegd, dus hij is de .......
antwoord (optioneel): verdachte;dader;de dader;dadder;de verdachte;verdagte;daderr

9. wat is een primeur?
antwoord (optioneel): iets dat nieuw is;iets wat nieuw is;iemand die de eerste is die iets ziet of bekendmaakt;iemand die iets als eerste zegt of uitzend

10. wat is een urinoir?
antwoord (optioneel): een soort toilet wat aan de muur hangt voor mannen;een mannen wc;een wc;staan plassen;ee;staand plas wc;een soort wc/toilet;een toilet;een tolet waar je staant moet plassen;een wc waar je me;een staant wc voor mannen;een staant wc;een pisbak;een wc voor jongens;pis bak

Speel een proefles met deze les!