Werkwoordspelling tt vt

Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Werkwoordspelling
Labels: Werkwoordspelling tegenwoordige en verleden tijd
Datum: 09-07-'21

< Terug naar overzicht

Vragen:

1. (raden, tt) Mario ... mijn maat schoenen.
antwoord (optioneel): raadt

2. (bekijken, vt) Toen ... jij alles veel positiever.
antwoord (optioneel): bekeek

3. (vallen, tt) Jij ... me steeds in de rede.
antwoord (optioneel): valt

4. (kopen, vt) Gisteren ... ik appels en peren bij de boer.
antwoord (optioneel): kocht

5. (bedoelen, tt) Kim ... dat niet zo.
antwoord (optioneel): bedoelt

6. (vermoeden, vt) Ik ... dat jij de dader was.
antwoord (optioneel): vermoedde

7. (rekenen, vt) Toen ... de kinderen op de hulp van de juf.
antwoord (optioneel): rekenden

8. (planten, vt) Judith ... afgelopen zaterdag de plantjes in de aarde.
antwoord (optioneel): plantte

9. (kennen, tt) Mijn moeder ... mijn juf van haar eigen school
antwoord (optioneel): kent

10. (fietsen, vt) Wij ... vorig jaar elke week veertig kilometer
antwoord (optioneel): fietsten

11. (binden, tt) Karlijn ... het boterhamzakje dicht.
antwoord (optioneel): bindt

Speel een proefles met deze les!