Werkwoordspelling t.t. en v.t.
Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Werkwoordspelling
Labels: werkwoordspelling - tegenwoordige tijd - verleden tijd
Datum: 03-10-'22
< Terug naar overzicht
Vakgebied: Werkwoordspelling
Labels: werkwoordspelling - tegenwoordige tijd - verleden tijd
Datum: 03-10-'22
< Terug naar overzicht
Vragen:
1. benutten [vt] Toen _____________ jij het hele blad.antwoord (optioneel): benutte
2. openen [vt] Ik _____________ het pakje gisteren al
antwoord (optioneel): opende
3. Wat is de regel van hij-vorm t.t.?
antwoord (optioneel): Ik-vorm + t;ik-vorm de/te;ik vorm t;ik vorm plus t;ik vorm t;ik vorm t;ik-vorm met t;ik vorm plus T;Ik vorm t;ik-vorm plus t;ik vorm puls d of dt;Ik vorm plus T;Ik vorm T of wij vorm -en T;de ik vorm
4. gooien [vt] Gisteren _____________ jij een steen door de ruit.
antwoord (optioneel): gooide
5. spelen [tt] Wij _____________ elke dag met de knex op school.
antwoord (optioneel): spelen
6. Wat is de regel van verleden tijd enkelvoud?
antwoord (optioneel): ik-vorm + de/te;ikvorm de/te;ik vorm te/de;ik vorm de/te;Ik vorm te de;Ik vorm de of te;ik-vorm met meesta de of te;de/te bij de ik-vorm;ik-vorm te of de
7. fluisteren [vt] Gisteren _____________ ik tijdens de rekenles.
antwoord (optioneel): fluisterde;Fluisterde
8. vergroten [vt] Vorig jaar _____________ de buurman zijn huis.
antwoord (optioneel): vergrootte;Vergrootte
9. Wat is de regel van verleden tijd meervoud?
antwoord (optioneel): ik-vorm + den/ten;ik vorm plus ten of den;ik vorm den en ten;ik vorm den,ten;ik vorm ten/den;Ik vorm den ten;ik vorm ten/den;Ik vorm ten of den;ik-vorm met meestal een den of ten;ik vorm ten of den;ik vorm ten/den;ik vorm den/ten;Ik vorm Ten/Den;Ik vorm ten/den;ik-vorm den of ten;ik vorm den of ten
10. adopteren [vt] Hendrik en Stevano _____________ gisteren een kat.
antwoord (optioneel): adopteerden
11. kennen [vt] Ik _____________ hem toen al een hele lange tijd.
antwoord (optioneel): kende;KENDE;Kende
12. reizen [tt] Ik _____________ de hele wereld over.
antwoord (optioneel): reis;REIS.
13. Wat is de regel van de hij-vorm in de tegenwoordige tijd?
antwoord (optioneel): ik-vorm + t
14. bestellen [vt] Vorige week _____________ jij Thais eten.
antwoord (optioneel): bestelde
15. vergroten [tt] De juffen _____________ steeds de opdrachten.
antwoord (optioneel): vergroot
16. knopen [tt] Tamara _____________ de bloemen bij elkaar.
antwoord (optioneel): knoopt
17. Wat is de regel van verleden tijd enkelvoud?
antwoord (optioneel): ik-vorm + de/te
18. vegen [vt] Ik _____________ afgelopen herfst de bladeren van de stoep.
antwoord (optioneel): veegde
19. hopen [vt] Vorige week _____________ de juffen dat de nieuwe school snel klaar zou zijn.
antwoord (optioneel): hoopten
20. Wat is de regel van verleden tijd meervoud?
antwoord (optioneel): ik-vorm + den/ten
21.