Werkwoordspelling 7&8 Thema 1-4
Vragen:
1. v.t. (denken) Ik ... aan mijn oma.antwoord (optioneel): dacht
2. v.t. (binden) Rachel ... de vuilniszak dicht voordat ze deze weggooide.
antwoord (optioneel): bond
3. t.t. (houden) Alle kinderen in onze klas ... van appels.
antwoord (optioneel): houden
4. v.t. (helpen) Toen ... jij ook al vaak.
antwoord (optioneel): hielp
5. v.t. (nemen) Ik ... gisteren maar liefst 3 boterhammen.
antwoord (optioneel): nam
6. t.t. (bekijken) De expert ... de oorzaak van het auto-ongeluk.
antwoord (optioneel): bekijkt
7. v.dw. (hebben) Mona heeft gisteren een feestje ...
antwoord (optioneel): gehad
8. v.t. (bestellen) Vorige week vrijdag ... mijn ouders voor ons pizza.
antwoord (optioneel): bestelden
9. v.t. (spelen) Jij ... gisteren maar liefst 3 uur buiten.
antwoord (optioneel): speelde
10. v.t. (reizen) Vorig jaar ... Kim naar Amerika.
antwoord (optioneel): reisde