HomeLes volgenGelijk testen!LessenbibliotheekInloggenContact

Werkwoord spelling tt


Groep: Groep 5/6
Vakgebied: Werkwoordspelling
Datum: 18-05-'20

< Terug naar overzicht

Vragen:

1. Oskar (maken, tt) een film.
antwoord (optioneel): maakt

2. Meestal (spelen, tt) Julia en Maria bij mij.
antwoord (optioneel): spelen

3. Hij (verven, tt) zijn dakkapel volgende week.
antwoord (optioneel): verft

4. Ik (spreken, tt) graag voor de klas.
antwoord (optioneel): spreek

5. Ik (lopen, tt) door het bos.
antwoord (optioneel): loop

6. Mark (kneuzen, tt) zijn elleboog.
antwoord (optioneel): kneust

7. Wie wil er nou (wonen, tt) op zo`n boot?
antwoord (optioneel): wonen

8. De moeder (sissen, tt) naar het meisje dat ze haar mond moet houden.
antwoord (optioneel): sist

9. Ik (balen, tt) van dat slechte cijfer.
antwoord (optioneel): baal

10. De man (schatten, tt) de waarde van het schilderij.
antwoord (optioneel): schat

11. Het vliegtuig (zweven, tt) boven het weiland.
antwoord (optioneel): zweeft

12. De jongen (raden, tt) het goede antwoord.
antwoord (optioneel): raadt

13. Pieter (slepen, tt) de zware zak naar de schuur.
antwoord (optioneel): sleept

14. De dierenarts (verdoven, tt) het dier.
antwoord (optioneel): verdooft

15. Dit (zijn, tt) de laatste vraag.
antwoord (optioneel): is



Speel een proefles met deze les!


Een moment geduld...
Als respons van de website uit blijft,
neem dan contact met ons op.

Contact Sluiten