werkwoord spelling tegenwoordige tijd.

Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Spelling
Labels: werkwoord spelling tegenwoordige tijd.
Datum: 10-10-'20
< Terug naar overzicht
Vakgebied: Spelling
Labels: werkwoord spelling tegenwoordige tijd.
Datum: 10-10-'20
< Terug naar overzicht
Vragen:
1. (rijden) Wij ..... elke dag naar school toe.antwoord (optioneel): rijden; Rijden
2. (verbieden) Ik .... jou om nog meer snoep te eten.
antwoord (optioneel): Verbied; verbied
3. (zoeken) Elke ochtend .... mijn vader zijn sleutels.
antwoord (optioneel): zoekt; Zoekt
4. (fietsen) Later ... wij naar opa toe.
antwoord (optioneel): fietsen; Fietsen
5. (rijden) Jij ... wel honderd kilometer per uur.
antwoord (optioneel): Rijdt; rijdt
6. (wandelen) Ik .... liever door het gras dan door het zand.
antwoord (optioneel): Wandel; wandel
7. (wandelen) Zij .... de hele weg naar huis.
antwoord (optioneel): wandelt; Wandelt;wandelen;wandelt,wandelen;wandelt of wandelen
8. (zoeken) De konijnen .... hun holletje.
antwoord (optioneel): Zoeken; zoeken
9. (rijden) Vanavond ... ik naar huis.
antwoord (optioneel): Rij; rij; Rijd; Rij ;rij;rijd;rij(d);rijdx
10. (fietsen) Het gaat echt niet goed als ik ....
antwoord (optioneel): Fiets; fiets;fiets;fiets.
11. (verbieden) Jij .... je hond echt alles.
antwoord (optioneel): verbiedt; Verbiedt
12. (wandelen) De paarden ... samen door de weide.
antwoord (optioneel): Wandelen; wandelen
13. (zoeken) ..... jij ook altijd naar spinnen?
antwoord (optioneel): Zoek; zoek
14. (fietsen) Het is raar als de hond .... in het bos.
antwoord (optioneel): Fietst; fietst
15. (verbieden) Ik denk dat wij jullie .... om nog met elkaar om te gaan.
antwoord (optioneel): Verbieden; verbieden