Wat is de persoonsvorm?

Vragen:
1. We gaan een racekar bouwen.antwoord (optioneel): gaan
2. De benodigdheden liggen al klaar.
antwoord (optioneel): liggen
3. De onderdelen moeten we goed bevestigen.
antwoord (optioneel): moeten
4. We willen er echt mee gaan racen.
antwoord (optioneel): willen
5. We kunnen ermee winnen.
antwoord (optioneel): kunnen
6. Dan zijn we kampioen.
antwoord (optioneel): zijn