Thema 7 lowan werkwoorden dag 1 betalen, pinnen, reizen

---

---

Vragen:

1. Ik ... (betalen)
antwoord (optioneel): Betaal; betaal

2. Jij/hij/zij ... (betalen)
antwoord (optioneel): Betaalt; betaalt

3. Wij/jullie/zij ... (betalen)
antwoord (optioneel): Betalen; betalen

4. Ik ... (pinnen)
antwoord (optioneel): Pin; pin

5. Jij/hij/zij ... (pinnen)
antwoord (optioneel): Pint; pint

6. Wij/jullie/zij ... (pinnen)
antwoord (optioneel): Pinnen; pinnen

7. Ik ... (reizen)
antwoord (optioneel): Reis; reis

8. Jij/hij/zij ... (reizen)
antwoord (optioneel): Reist; reist

9. Wij/jullie/zij ... (reizen)
antwoord (optioneel): Reizen; reizen

10. Ik ... (pinnen) bij de kassa in de winkel
antwoord (optioneel): Pin; pin

11. Het meisje koopt kleding. Ze ... (betalen) bij de kassa.
antwoord (optioneel): Betaalt; betaalt

12. De jongen ... (reizen) naar het dorp.
antwoord (optioneel): Reist; reist

13. De juf ... (pinnen) bij een pinautomaat geld.
antwoord (optioneel): Pint; pint

14. Mohammed en Samir ... (betalen) hun thee in het café.
antwoord (optioneel): Betalen; betalen

15. De vader en moeder ... (reizen) met de trein naar Rotterdam.
antwoord (optioneel): Reizen; reizen

---

Speel een proefles met deze les!