Thema 6 lowan werkwoorden dag 2 blijven, wassen, drogen

---

---

Vragen:

1. Ik ... (blijven)
antwoord (optioneel): Blijf; blijf

2. Jij/hij/zij ... (blijven)
antwoord (optioneel): Blijft; blijft

3. Wij/jullie/zij ... (blijven)
antwoord (optioneel): Blijven; blijven

4. Ik ... (wassen)
antwoord (optioneel): Was; was

5. Jij/hij/zij ... (wassen)
antwoord (optioneel): Wast; wast

6. Wij/jullie/zij ... (wassen)
antwoord (optioneel): Wassen; wassen

7. Ik ... (drogen)
antwoord (optioneel): Droog; droog

8. Jij/hij/zij ... (drogen)
antwoord (optioneel): Droogt; droogt

9. Wij/jullie/zij ... (drogen)
antwoord (optioneel): Drogen; drogen

10. De blouse ... (drogen) aan de waslijn.
antwoord (optioneel): Droogt; droogt

11. De vrouw ... (wassen) de was met de wasmachine.
antwoord (optioneel): Wast; wast

12. Vanavond ... (blijven) ik thuis TV kijken.
antwoord (optioneel): Blijf; blijf

13. De meisjes ... (blijven) op school.
antwoord (optioneel): Blijven; blijven

14. Dega en Nancy ... (wassen) hun kleding op vrijdagmiddag.
antwoord (optioneel): Wassen; wassen

15. Samba ... (drogen) zijn kleding buiten.
antwoord (optioneel): Droogt; droogt

---

Speel een proefles met deze les!