Thema 3 lowan bezittelijk voornaamwoorden

---

---

Vragen:

1. Hij heeft een vriend. Het is ... vriend.
antwoord (optioneel): zijn~||~mijn ~||~haar~||~~||~1;;;`>le mien

2. Jullie hebben een computer. Het is hun computer.
antwoord (optioneel): onze~||~jullie~||~jouw~||~~||~2

3. Ik heb een zus. Het is mijn zus.
antwoord (optioneel): haar~||~ons~||~mijn~||~~||~3

4. Wij hebben een grote familie. Het is ... familie.
antwoord (optioneel): zij~||~mijn~||~onze~||~~||~3

5. Wij hebben een lokaal. Het is ... lokaal.
antwoord (optioneel): jouw~||~mijn~||~ons~||~~||~3

6. De leerlingen hebben een bal. Het is ... bal.
antwoord (optioneel): haar~||~ons~||~hun~||~~||~3

7. Jij hebt een broer. Het is ... broer.
antwoord (optioneel): mijn~||~zijn~||~jouw~||~~||~3

8. Zij heeft een kind. Het is ... kind.
antwoord (optioneel): haar~||~zijn~||~mijn~||~~||~;haar

---

Speel een proefles met deze les!