Thema 1 Lowan werkwoorden dag 3 zijn, hebben, staan

Groep: VO
Vakgebied: Taal
Labels: Thema 1 Lowan werkwoorden dag 3 zijn, hebben, staan
Datum: 28-01-'25
< Terug naar overzicht
Vakgebied: Taal
Labels: Thema 1 Lowan werkwoorden dag 3 zijn, hebben, staan
Datum: 28-01-'25
< Terug naar overzicht
Vragen:
1. Ik ... (zijn)antwoord (optioneel): Ben; ben;ben
2. Jij ...(zijn)
antwoord (optioneel): Bent; bent;bent
3. Hij/zij ... (zijn)
antwoord (optioneel): Is/ is;is
4. Wij/jullie/zij ... (zijn)
antwoord (optioneel): Zijn; zijn;zijn
5. Ik ... (hebben)
antwoord (optioneel): Heb; heb;heb
6. Jij ... (hebben)
antwoord (optioneel): Hebt; hebt;hebt
7. Hij/zij ... (hebben)
antwoord (optioneel): Heeft; heeft;heeft
8. Wij/jullie/zij ... (hebben)
antwoord (optioneel): Hebben; hebben;hebben
9. Ik ... (staan)
antwoord (optioneel): Sta; sta
10. Jij/hij/zij ... (staan)
antwoord (optioneel): Staat; staat
11. Wij/jullie/zij ... (staan)
antwoord (optioneel): Staan; staan
12. De jongens ... (staan) op hun tafel.
antwoord (optioneel): Staan; staan
13. Ik... (zijn) in de winkel.
antwoord (optioneel): Ben; ben;ben
14. Ik ... (staan) sta op mijn tafel.
antwoord (optioneel): Sta; sta
15. Mijn moeder... (zijn) in haar badpak.
antwoord (optioneel): Is/ is;is
16. Jij... (hebben) een korte broek aan.
antwoord (optioneel): Hebt; hebt;hebt
17. Hij... (hebben) een spijkerbroek aan.
antwoord (optioneel): Heeft; heeft;heeft