Thema 1 lowan voorzetsels 1

---

---

Vragen:

1. De meester schrijft ... het papier.
antwoord (optioneel): op~||~onder~||~in~||~~||~1

2. Hij schrijft ... het papier.
antwoord (optioneel): naar~||~op~||~boven~||~~||~2

3. De juf kijkt ... de leerling.
antwoord (optioneel): na~||~uit~||~naar~||~~||~3

4. De verwarming is ... het raam.
antwoord (optioneel): op~||~boven~||~onder~||~~||~3

5. Ik doe het papier ... de map.
antwoord (optioneel): voor~||~in~||~achter~||~~||~2

6. Jij legt het potlood ... het boek.
antwoord (optioneel): naast~||~met~||~na~||~~||~1

7. De meester schrijft ... de pen.
antwoord (optioneel): met~||~tussen ~||~onder~||~~||~1

8. Jullie wijzen ... de deur.
antwoord (optioneel): over~||~naar~||~achter~||~~||~2

9. Zij pakken het boek ... de kast.
antwoord (optioneel): uit~||~in~||~links~||~~||~1

10. De meester praat ... de leerling.
antwoord (optioneel): rechts~||~met~||~tussen~||~~||~2

11. Zij knipt ... de schaar ... het papier.
antwoord (optioneel): met, in~||~tussen, uit~||~met, achter~||~~||~1

12. Zij zitten ... het raam.
antwoord (optioneel): op~||~naast~||~in~||~~||~2

13. De juf staat ... het bord.
antwoord (optioneel): voor~||~achter~||~op~||~~||~1

14. De lamp hangt ... het plafond
antwoord (optioneel): aan~||~in~||~boven~||~~||~1

15. De jas en tas hangen ... de kapstok.
antwoord (optioneel): in~||~aan~||~tussen~||~~||~2

---

Speel een proefles met deze les!