taal woordenschat thema 3 week 1

Vragen:
1. de indrukantwoord (optioneel): de impressie
2. ellendig, heel erg
antwoord (optioneel): rampzalig
3. weggaan uit angst of schaamte
antwoord (optioneel): afdruipen
4. net als in een legende, Julius Caeser was een ... figuur.
antwoord (optioneel): legendarisch
5. iets wat over is zoals resten van een oude stadsmuur
antwoord (optioneel): het overblijfsel;Het overblijfsel;een overblijfsel;de overblijfselen
6. de vervuiling
antwoord (optioneel): de verontreiniging;de verontreiniging
7. een afbeelding van een situatie (het ...)
antwoord (optioneel): het tafereel
8. uitgebreid, met veel woorden
antwoord (optioneel): uitvoerig
9. iets wat bijzonder de moeite waard is om te bekijken (de ...)
antwoord (optioneel): de bezienswaardigheid;de bezienswaardigheden
10. weinig geld hebben
antwoord (optioneel): het niet breed hebben;het niet zo breed hebben
11. de manier waarop je denkt en voelt
antwoord (optioneel): de mentaliteit
12. kort, met ze min mogelijk woorden
antwoord (optioneel): beknopt