Taal thema 6 woordenschat week 3

---

---

Vragen:

1. Hij scheldt de scheidsrechter uit voor blinde. Hij ......... de scheidsrechter
antwoord (optioneel): beledigt;beledigd;Beledigt;Beledigd;beledigen;beledig;beledicht;belediging;beledeg

2. Als je zo boos bent, dat je echt helemaal ontploft. Dan ben je....
antwoord (optioneel): furieus;Furieus;furieeus;fuerieus;ferieus;furieust;feriues;furies

3. Ik kom bijna nooit te laat. Je kan ook zeggen: ik kom ..... te laat.
antwoord (optioneel): zelden;Zelden

4. Welk woord zoeken we: iets verandert en iets anders verandert mee. ....... je ouder wordt, word je groter.
antwoord (optioneel): naarmate;Naarmate:Naar mate:naar mate;naarmaaten;narmate;namaat

5. Hey, pas op joh. Je rijdt door rood! Wat kan je ook zeggen? Kijk....
antwoord (optioneel): Kijk uit je doppen!;uit je doppen;uit je doppen!;kijk uit je doppen;Kijk uit je doppen.;kijk uit je doppen.;uit je doppen.;kijk uit je doppen!

6. Eerst gaf Erik hem een duw, maar de ruzie liep al snel hoog op. Wat betekent dat?
antwoord (optioneel): de ruzie word erger;ruzie word erger;dat betekend dat de ruzie erger word;de ruzie word eger;de ruzie wort erger!;de ruzie wordt steeds erger;de ruzie word erger !!!!!!!;de ruzie word steets erger .;het word ergerrrr

---

Speel een proefles met deze les!