Taal thema 5 les 4 Regel: Als na de persoonsvorm je of jij staat, schrijf je alleen de stam!

Vragen:
1. Geldt hier de regel: Luister je goed naar de juf? ja of neeantwoord (optioneel): ja
2. Geldt hier de regel: Vouwt je blaadje ook steeds dubbel? ja of nee
antwoord (optioneel): nee
3. Geldt hier de regel: Ontvang jij ook briefjes door de brievenbus? ja of nee
antwoord (optioneel): ja
4. Geldt hier de regel: Gooi je de bal naar mij? ja of nee
antwoord (optioneel): ja
5. Geldt hier de regel: Hij geeft je potlood aan zijn vriend. ja of nee
antwoord (optioneel): nee
6. Geldt hier de regel: Mijn moeder maakt je werk af. ja of nee
antwoord (optioneel): nee
7. Geldt hier de regel: Kijkt je moeder uit het raam? ja of nee
antwoord (optioneel): nee
8. Geldt hier de regel: Spring je heel hoog in de lucht? ja of nee
antwoord (optioneel): ja