Taal - Persoonsvorm

Vragen:
1. Olivia houdt van zingen. (Wat is de persoonsvorm?)antwoord (optioneel): houdt
2. Merle tekent graag op school. (Wat is de persoonsvorm?)
antwoord (optioneel): tekent
3. Zit jij op een sport? (Wat is de persoonsvorm?)
antwoord (optioneel): Zit ; zit
4. Welke dag in de week heb jij dansen? (Wat is de persoonsvorm?)
antwoord (optioneel): heb
5. Bram voetbalt graag bij zijn voetbalclub. (Wat is de persoonsvorm?)
antwoord (optioneel): voetbalt