Taal herhaling blok 2

Vragen:
1. Hebben jullie er zin in?antwoord (optioneel): ja;Ja;ja!!!;ja!;Ja super graag
2. Wat ben ik? Ik zwem in het water, ben grijs van kleur, ik heb twee vinnen en ben heel slim
antwoord (optioneel): dolfijn;dofijn;dolvijn
3. Wat ben ik? Ik ben een grote vogel, ik heb bruine vleugels en ik jaag op kleine dieren
antwoord (optioneel): roofvogel;adelaar;roovogel;arend;arened
4. Hoe noem je de belangrijkste informatie uit een tekst? H......
antwoord (optioneel): hoofdzaken;Hoofdzaken;hovtsaken
6. Wat is het bijvoeglijk naamwoord: Gisteren zag ik een dikke pissebed
antwoord (optioneel): dikke
7. Wat is het bijvoeglijk naamwoord: Er reed een gele auto door de straat
antwoord (optioneel): gele;gele?
8. Feit/mening: Die nieuwe film vind ik een beetje eng
antwoord (optioneel): mening?;mening
9. Feit/mening: Joe Biden heeft de Amerikaanse verkiezingen gewonnen
antwoord (optioneel): feit?;feit;Feit;feit!
10. Noem een voorzetsel
antwoord (optioneel): naast;achter boven onder in naast voor;voor;met;boven;in;tussen
11. Wat is het voorzetsel in deze zin: Er ligt veel stof achter de kast
antwoord (optioneel): achter;achter?
12. Wat is het voorzetsel in deze zin: Ik hang mijn jas aan de kapstok
antwoord (optioneel): aan?;aan
13. Noem een telwoord
antwoord (optioneel): 10;duizend?;tien;triljoen;duizend;2;1000;twee;tiende;12
14. Wat is het telwoord in deze zin: Ik sta in het midden dus ik ben de middelste
antwoord (optioneel): middelste
15. Wat is het telwoord in deze zin: Max Verstappen kwam als eerste over de finish
antwoord (optioneel): eerste
16. Wat is het telwoord in deze zin: In totaal zijn wij met 71 kinderen
antwoord (optioneel): 71
17. Wat vond je hiervan?
antwoord (optioneel): cool;leuk;super leuk;heel leuk!;Leuk;super de puper leuk;ik dee het slecht dus weet ik niet