Taal groep 7 thema 4 (Taal Actief)

Vragen:
1. Persoonsvorm Wie hebben gisteren gewonnen?antwoord (optioneel): hebben
2. Onderwerp: Iedereen had een voldoende voor spelling!!
antwoord (optioneel): Iedereen; iedereen; ledereen
3. Gezegde: Mijn neefje heeft een voetbal gekregen.
antwoord (optioneel): heeft gekregen
4. Lijdend voorwerp: Mijn neefje heeft een voetbal gekregen.
antwoord (optioneel): een voetbal; een voetbal; voetbal; een voetbal
5. Hulpwerkwoord: De kinderen gingen op het plein voetballen.
antwoord (optioneel): gingen
6. Zelfstandig werkwoord: Mama en Frits hebben samen een taart gebakken.
antwoord (optioneel): gebakken;gebaken
7. Bepaling van plaats: Ayoub voetbalde gisteren op het schoolplein.
antwoord (optioneel): op het schoolplein
8. Beeldspraak: De juf is zo trots als een pauw op de klas!
antwoord (optioneel): als een pauw; pauw; zo trots als een pauw; een pauw;pauw;zo trots als een pauw;een pauw;trots als een pauw
9. Bepaling van tijd: Vorige week fietste Annefleur naar het hockeyveld.
antwoord (optioneel): vorige week