Taal actief thema 3 les 10

Vragen:
1. Zo noem je een vrouw die helpt bij bevallingen.antwoord (optioneel): vroedvrouw; de vroedvrouw; een vroedvrouw
2. Zo noem je een vrouw die net bevallen is.
antwoord (optioneel): kraamvrouw; de kraamvrouw; een kraamvrouw
3. Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin: Ik eet `s ochtends graag een eitje.
antwoord (optioneel): een eitje
5. Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin: De juf geeft me een complimentje.
antwoord (optioneel): een complimentje
6. Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin: Na school maak ik thuis mijn huiswerk.
antwoord (optioneel): mijn huiswerk
7. Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin: De vader van de baby belt zijn eigen moeder.
antwoord (optioneel): zijn eigen moeder
8. Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin: Dit kleine boekje heeft een grote prijs gewonnen.
antwoord (optioneel): een grote prijs