HomeLes volgenGelijk testen!LessenbibliotheekInloggenContact

Taal actief herhaling thema 4


Groep: Groep 5/6
Vakgebied: Taal
Labels: Taal actief herhaling thema 4
Datum: 25-01-'21

< Terug naar overzicht

Vragen:

1. Wat is het meervoud van printer?
antwoord (optioneel): printers

2. Wat is het meervoud van wapen?
antwoord (optioneel): wapens

3. Wat is het meervoud van paraplu
antwoord (optioneel): paraplu`s

4. Wat is het meervoud van handboei
antwoord (optioneel): handboeien

5. Wat is het meervoud van alibi?
antwoord (optioneel): alibi`s;alibi´s

6. Wat is het meervoud van lied?
antwoord (optioneel): liederen

7. Wat is het meervoud van taxi?
antwoord (optioneel): taxi`s;taxi´s

8. Wat is het meervoud van moeilijkheid?
antwoord (optioneel): moeilijkheden

9. Wat is het meervoud van telefoon?
antwoord (optioneel): telefoons

10. Wat is het meervoud van mogelijkheid?
antwoord (optioneel): mogelijkheden

11. Typ de pv: De ring hoort in het grijze doosje.
antwoord (optioneel): hoort

12. Typ de pv: Ze doorzoekt de hele slaapkamer.
antwoord (optioneel): doorzoekt

13. Typ de pv: De schat is een kistje met een kostbare inhoud.
antwoord (optioneel): is

14. Typ de pv: Ze leende vandaag de fiets van haar oma.
antwoord (optioneel): leende

15. Typ de pv: Natuurlijk leg ik het spel weer netjes in de kast.
antwoord (optioneel): leg

16. Typ het hele werkwoord van: heeft
antwoord (optioneel): hebben

17. Typ het hele werkwoord van: zal
antwoord (optioneel): zullen;Zullen

18. Typ het hele werkwoord van: mag
antwoord (optioneel): mogen;Mogen

19. Typ het hele werkwoord van: wil
antwoord (optioneel): willen;Willen

20. Typ het hele werkwoord van: kan
antwoord (optioneel): kunnen;Kunnen

21. Welk themawoord hoort bij: Een groene edelsteen
antwoord (optioneel): de smaragd;Smaragt;smaragt;smaragd;smaracht

22. Welk themawoord hoort bij: De grootte van iets.
antwoord (optioneel): de omvang;Omvang;omvang

23. Welk themawoord hoort bij: Als je iets niet vaak gedaan hebt.
antwoord (optioneel): onervaren;Onervaren

24. Welk themawoord hoort bij: iets wat je koopt direct betalen.
antwoord (optioneel): boter bij de vis;Boter bij de vis;boter bij de vis doen;de vis bij de boter;vis op de boter

25. Welk themawoord hoort bij: Zonder resultaat.
antwoord (optioneel): tevergeefs

26. Welk themawoord hoort bij: bewaren.
antwoord (optioneel): opslaan;OPSLAAN!;deopslaan

27. Welk themawoord hoort bij: Een erge hekel hebben aan iets of iemand.
antwoord (optioneel): de afkeer;AFKEER!;afkeer;AFKEER?

28. Welk themawoord hoort bij: Iemand die bij de politie werkt en boeven opspoort
antwoord (optioneel): de rechercheur;RECHERGUER;rechsecheur;de rechecheur;rechercheur;de rechusur;de recherceur;de recheur;regeuseur;rechesjeur

29. Welk themawoord hoort bij: heel erg enthousiast.
antwoord (optioneel): fanatiek;FANATIEK;Fanatiek

30. Welk themawoord hoort bij: heel precies
antwoord (optioneel): haarfijn



Speel een proefles met deze les!


Een moment geduld...
Als respons van de website uit blijft,
neem dan contact met ons op.

Contact Sluiten