Taal Actief gr 5 Thema 7 les 17

Vragen:
1. Wat is het bijwoord? Het toneelstuk lijkt fraai.antwoord (optioneel): fraai
2. Maar de acteurs spelen oersaai.
antwoord (optioneel): oersaai;OERSAAI
3. Ze praten dom.
antwoord (optioneel): dom;do
4. En je kunt ze slecht verstaan.
antwoord (optioneel): slecht
5. De muziek klinkt stom.
antwoord (optioneel): stom
6. Ik moet hier gauw vandaan.
antwoord (optioneel): gauw ;Gauw;gauw;guaw
7. Janne gaat graag naar het museum in de stad.
antwoord (optioneel): graag ;graag;graaag
8. Aandachtig kijkt ze naar de schilderijen.
antwoord (optioneel): Aandachtig ; aandachtig
9. Vooral die Rembrandt vindt ze prachtig.
antwoord (optioneel): prachtig
10. Als ik toch zo kon schilderen, zucht ze zacht.
antwoord (optioneel): zacht ;zacht;zachtt
11. Andere bezoekers kijken verbaasd naar het meisje.
antwoord (optioneel): verbaasd
12. Al een kwartier staat ze doodschil bij dat ene schilderij.
antwoord (optioneel): doodstil;doodschil
13. Vul een eigen bijwoord in. De appel smaakt ... .
antwoord (optioneel): lekker ; vies ; goor; sappig; ;vies;smerig;sappig;lekker;zuur;heel erg sappig en lekker;raar
14. De film wordt steeds ... .
antwoord (optioneel): saaier ; spannender ; leuker ; grappiger ;leuker;spannender;grappiger;irritanter;saaier;enger;spannerder;stommer;spannender en leuker
15. De jongen speelt ... met zijn vriendjes.
antwoord (optioneel): gezellig ; wild ; leuk ; ;soms;leuk;gezellig;gek;bijdehand;heel erg graag;graag;lief;heel erg leuk mega leuk zelfs;irietand;buiten