Taal actief 4 groep 5 thema 6 les 19

---

---

Vragen:

1. Wat is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord? Sonja en Fatima hebben ruzie om een papieren zakdoek.
antwoord (optioneel): papieren;papiere;papien

2. Sonja gebruikt liever haar kantoenen zakdoek.
antwoord (optioneel): katoenen;kantoenen

3. Er staan gouden letters op geborduurd: Sonja.
antwoord (optioneel): gouden

4. En op één hoekje staat een fluwelen poesje.
antwoord (optioneel): fluwelen

5. Fatima vindt dat vies en gebruikt nog liever een houten zakdoek, zegt ze.
antwoord (optioneel): houten

6. Sonja zegt nu dat Fatima een stenen hart heeft.
antwoord (optioneel): stenen

7. Ze heeft een kartonnen doos ontvangen.
antwoord (optioneel): kartonnen

8. Dit is een katje om met fluwelen handschoentjes aan te pakken.
antwoord (optioneel): fluwelen

9. Hij gebruikt wel eens lelijke scheldwoorden als hij boos is.
antwoord (optioneel): niets, geen, - ;geen

10. In zijn schoenen zitten stalen neuzen.
antwoord (optioneel): stalen

11. De rups hangt aan een dun zijden draadje.
antwoord (optioneel): zijden

12. In de zinnen staan mooie woorden.
antwoord (optioneel): niets; geen; - ;niks;geen

13. Vul een stoffelijk bijvoeglijknaamwoord in. Deze ... tafel is erg zwaar.
antwoord (optioneel): houten; stalen; metalen;stalen;houte

14. Die grote ... trui vind ik eigenlijk niet zo mooi.
antwoord (optioneel): wollen; stoffen; zijden;kantoenen;wolle;wolen;zijde;fluwelen;wole

15. Het .. hek is helemaal kapot gewaaid tijdens de zware storm.
antwoord (optioneel): houten; metalen; stalen; ;ijzeren;stalen;stalenn;houte;houtenn

16. Hoe vond je deze les?
antwoord (optioneel): Stoffelijkerig(Zelf bedacht😁)

---

Speel een proefles met deze les!