Staal spijsvertering

Groep: Groep 5/6
Vakgebied: Taal
Labels: Taal - woordenschat - spijsvertering
Datum: 27-02-'23
< Terug naar overzicht
Vakgebied: Taal
Labels: Taal - woordenschat - spijsvertering
Datum: 27-02-'23
< Terug naar overzicht
Vragen:
1. Het gevoel dat je moet poepenantwoord (optioneel): Aandrang;aandrang
2. Het poepgat
antwoord (optioneel): Anus;anus;anus!;de anus
3. Een piepklein beestje dat je alleen door een microscoop kunt zien. Van de slechte kun je ziek worden
antwoord (optioneel): Bacterie;bacterie;bactirie;bactririe;bactrie
4. Een stof die het lichaam energie geeft
antwoord (optioneel): Brandstof;brandstof;brandt stof
5. Heel dunne poep
antwoord (optioneel): Diarree;diarhee;diarree;diaree
6. Het deel van de darm waar het water uit de poep wordt gehaald
antwoord (optioneel): Dikke darm;dikke darm
7. Het deel van de darm waar stoffen uit het eten in je bloed komen
antwoord (optioneel): Dunne darm;dunne darm;dunnedarm;dunnen darmen
8. Een stofje dat helpt bij de reactie in je lichaam
antwoord (optioneel): Enzym;enzym
9. Een bitter sap uit de lever
antwoord (optioneel): Gal;gal
10. Een orgaan dat je bloed zuivert
antwoord (optioneel): lever;de lever
11. Je maag en je darm samen, je spijsvertering
antwoord (optioneel): maag-darmkanaal;maag-darm-kanaal;maag darm kanaal;maag-darm kanaal;maagdarmkanaal
12. Een zuur sap in je maag dat helpt bij het verteren van eten.
antwoord (optioneel): Maagzuur;maag zuur;maagzuur;maag-zuur
13. De ontlasting
antwoord (optioneel): Poep;de poep;poep;de ontlasting;ontlasting
14. Een deel van je lichaam met een eigen taak, bijvoorbeeld je hart, longen, lever
antwoord (optioneel): orgaan;organen;oorgaan;organ
15. Een deel van je darmen dat na je keel begint
antwoord (optioneel): slokdarm;slok darm
16. Het klaargemaakte eten
antwoord (optioneel): spijs;DE SPIJS!;de spijs
17. Alles wat in je lichaam met je eten gebeurt. Wat je eet wordt steeds kleiner en de belangrijkste voedingsstoffen worden eruit gehaald.
antwoord (optioneel): Spijsvertering;spijsvertering;spijs verteren;de spijsvertering;spijs vertiring;spijs vertering
18. Verstopt zitten, dicht zitten. De poep zit vast in je lichaam
antwoord (optioneel): Verstopping;verstopping;Verstopin!;de verstopping;verstoping
19. Stoffen uit het eten halen die je lichaam nodig heeft
antwoord (optioneel): Verteren;verteren
20. Een stof in het eten die goed is voor je lichaam
antwoord (optioneel): voedingsstof;voedingstof;voedingsof oke;voedingstoffen;voedingstofen;VOEdiNgStOfFeN
21. Een maat voor de hoeveelheid energie in eten
antwoord (optioneel): calorie;calorien;colorienen;calorieen;kalorien;carioleren;kalhorien;carilon
22. Wat je elke dag eet en hoe laat
antwoord (optioneel): eetpatroon
23. Een voedingsstof die nodig is om je lichaam mee op te bouwen
antwoord (optioneel): eiwit;eiwitten;eiwiten
24. Met veel afwisseling, steeds iets anders
antwoord (optioneel): gevarieerd; variatie;gevaireed;varïeerd;gearieerd;varieert;gevaieerd;gevarirt;gevarieert
25. In evenwicht
antwoord (optioneel): in balans; balans;balans;balanc;balanceren;(in balans);balansceren;in balans blijven;balans$
26. Een voedingsstof die zorgt voor energie en brandstof voor je lichaam. Het zit veel in bijvoorbeeld brood en pasta
antwoord (optioneel): koolhydraat;khoolidraad;koolhidraten;Koolidraad;koolhidraat;koolidraten
27. Geven, zodat er iets gedaan mee kan worden
antwoord (optioneel): leveren
28. Een soort vet, zoals olijfolie
antwoord (optioneel): onverzadigd vet;ongezadichtvet;het onverzadigt vet;onversadigtvet;onverzadigtvet;onverzadigd vet
29. Vet bewaren in je lichaam
antwoord (optioneel): (vet) opslaan;opslaan;vet opslaan;(vet opslaan);Vet opslaan;vetopslaan;opslan
30. Italiaans eten van deeg, bijvoorbeeld macaroni en spaghetti
antwoord (optioneel): pasta;pasta?
31. Lange vrucht met boontjes erin
antwoord (optioneel): peulvrucht;peulvruchten;pulvrugt;peul vrucht;pulvrucht
32. Iemand die geen vlees en vis eet
antwoord (optioneel): Vegetariër;vegetarïer;vegetarieer;vegtarier;vagitarieer;vegetarisch;vegetarër;vegetarier;vegatarier;vegetarie;vegetarier?;vegietarieer;vegatier;vegetariër;vegataarier
33. Opmaken door het te gebruiken
antwoord (optioneel): Verbruiken;verbruiken
34. Een soort vet zoals boter, het zit in ongezonde dingen
antwoord (optioneel): verzadigd vet;verzadigd vetten;verzadigt vet;verzadichtvet;het verzadigt vet;verzadigtvet;verzaadegvet
35. Een deel van een plant, dat lijkt op een draad
antwoord (optioneel): vezel;vezels
36. Een stof die in eten zit en die je nodig hebt om gezond te blijven
antwoord (optioneel): vitamine;vitaminen;vitamin a b c d;Vitaminen D;vitamine a
37. Een product dat je kunt eten in plaats van vlees
antwoord (optioneel): Vleesvervanger;vleesvervanger;vleesvanger;vleesv ervanger;vlees vervanger;vlees vervangers;vleesvervangers
38. Voedzaam eten laat het gevoel van honger snel verdwijnen
antwoord (optioneel): voedzaam
39. tevreden, als je goed gegeten hebt heb je dat gevoel
antwoord (optioneel): voldaan
40. Melk en alle etenswaren die van melk zijn gemaakt. Bijvoorbeeld yoghurt, kwark en kaas
antwoord (optioneel): Zuivel;zuivel