Staal grammatica blok 5

Vragen:
1. Wat is in deze zin het onderwerp: De juf vertelt ons een verhaal.antwoord (optioneel): De juf; de juf
2. Wat is in deze zin het lijdend voorwerp: De meester deelt de rapporten uit aan de leerlingen.
antwoord (optioneel): de rapporten; De rapporten;de raporten;De rapporten;de rappoten
3. Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp: Roel geeft de meester zijn nieuwe adres.
antwoord (optioneel): de meester; De meester ;de meester;De meester
4. Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp: De directeur laat de ouders de rapporten zien.
antwoord (optioneel): de ouders; De ouders
5. Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin: Zal de opdracht komend jaar aan hem worden gegeven?
antwoord (optioneel): zal worden gegeven; Zal worden gegeven; zal, worden, gegeven
6. Wat is in deze zin de bepaling van tijd: Mijn moeder maakte gisteren een afspraak bij de huisarts.
antwoord (optioneel): gisteren; Gisteren
7. Wat is in deze zin de bepaling van plaats: De gids laat ons de kunstwerken in de zaal zien.
antwoord (optioneel): In de zaal; in de zaal;In De Zaal;in de zaal
8. Wat is in deze zin het bezittelijke voornaamwoord: Heeft zij haar laptop al afgesloten?
antwoord (optioneel): haar; Haar
9. Wat is in deze zin het persoonlijk voornaamwoord: Heb jij onze jassen opgehaald?
antwoord (optioneel): Jij; jij
10. Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp: De boze moeder zal hun zo straf geven.
antwoord (optioneel): Hun; hun
11. Wat is in deze het lijdend voorwerp: De chimpansee geeft haar jong een knuffel.
antwoord (optioneel): Een knuffel; een knuffel
12. Wat zijn in deze zin de voorzetsels: Dat staat op deze lijst met alle informatie.
antwoord (optioneel): op met; op, met; Op met; Op, met
13. Wat is in deze zin het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord: Deze juwelier maakt mooie, gouden horloges.
antwoord (optioneel): gouden; Gouden
14. Wat is in deze zin het hulpwerkwoord: Hun moeder is niet op tijd thuis gekomen.
antwoord (optioneel): is; Is
15. Wat is het voltooid deelwoord in deze zin: Ze zijn opgegroeid in een andere stad.
antwoord (optioneel): Opgegroeid; opgegroeid