spelling werkwoorden

Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Spelling
Labels: Werkwoordspelling groep 7
Datum: 14-10-'21
< Terug naar overzicht
Vakgebied: Spelling
Labels: Werkwoordspelling groep 7
Datum: 14-10-'21
< Terug naar overzicht
Vragen:
1. In de supermarkt (zijn) het steeds een drukte van jewelsteantwoord (optioneel): is;Is;was
2. Tjiske (houden) niet van boodschappen doen.
antwoord (optioneel): houdt;Houdt
3. En ze (vinden) het nog veel minder fijn om in de rij aan de kassa aan te schuiven
antwoord (optioneel): vindt
4. Bij de kassa gekomen (gaan) Tjiske gelijk vooraan staan.
antwoord (optioneel): gaat;Gaat
5. De caissière (opmerken) het meteen en (berispen) het meisje.
antwoord (optioneel): merk op beripst;merkt op berist
6. Jij daar, jij (moeten) achteraan.
antwoord (optioneel): jij moet;moet
7. Tjiske (zuchten) diepe en (zeggen):
antwoord (optioneel): zucht zegt;zucht en zegt;zucht zegt;zucht zegt
8. Achteraan, dat (lukken) me nooit, mevrouw, want daar (staan) al mensen!
antwoord (optioneel): lukt staan;lukt staan;lukt staan