Spelling werkwoorden STAAL 8 blok 1

Vragen:
1. De naaister ... (spelden) de jurk af.antwoord (optioneel): speldt
2. De kok ... (bereiden) een hoofdgerecht.
antwoord (optioneel): bereidt
3. ... (redden) jij het voor vanmiddag?
antwoord (optioneel): Red;red
4. De klokkenluider ... (luiden) de koperen klok.
antwoord (optioneel): luidt
5. Mike ... (wedden) om een auto.
antwoord (optioneel): wedt
6. ... (verbeelden) jij je dat?
antwoord (optioneel): Verbeeld;verbeeld
7. Verhitten: hij ...
antwoord (optioneel): verhit
8. Vinden: Jij ...
antwoord (optioneel): vindt
9. ontmoeten: Hij ...
antwoord (optioneel): ontmoet
10. Bereiden: Jij ...
antwoord (optioneel): bereidt
11. Lijden: Hij ...
antwoord (optioneel): lijdt
12. Vermoeden: Jij ...
antwoord (optioneel): vermoedt
13. Vermoeden: ... jij?
antwoord (optioneel): vermoed;Vermoed
14. Vermoeden: Hij ...
antwoord (optioneel): vermoedt;vermoedt´
15. Vermoeden: ... hij?
antwoord (optioneel): Vermoedt;vermoedt