Spelling werkwoorden - 7

Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Werkwoordspelling
Auteur: Annieke Teunissen van Manen
Datum: 22-06-'22

< Terug naar overzicht

Vragen:

1. De families ... (beleven, v.t.) een leuke tijd op Corsica.
antwoord (optioneel): beleefden

2. Je haren ... (glanzen, v.t.) vorige week mooier!
antwoord (optioneel): glansden

3. Mijn opa ... (roken, v.t.) vroeger altijd sigaren.
antwoord (optioneel): rookte

4. De hond ... (slepen, v.t.) de stok met zich mee.
antwoord (optioneel): sleepte

5. Ik ... (vermoeden, v.t.) al dat er iets mis was.
antwoord (optioneel): vermoedde

6. Hij ... (kleden, t.t.) zich altijd heel deftig.
antwoord (optioneel): kleedt

7. Het meisje ... (blozen, v.t.) als ze haar vriendje ziet.
antwoord (optioneel): bloosde

8. De tuinman ... (planten, v.t.) een nieuwe boom.
antwoord (optioneel): plantte

9. De juf ... (blijven, v.t.) de werkwoordspelling maar herhalen.
antwoord (optioneel): bleef

10. De koe ... (grazen, t.t.) in de wei.
antwoord (optioneel): graast

11.

Speel een proefles met deze les!