Spelling week 4-3

Vragen:
1. Tegenwoordig moet je de supermarkt in met een w........antwoord (optioneel): winkelwagentje;winkelwagen
2. Aardig zijn is een goede .....
antwoord (optioneel): eigenschap
3. 1 centimeter is 10
antwoord (optioneel): millimeter
4. Als je over vroeger praat dan heb je het over de .....
antwoord (optioneel): geschiedenis
5. Ranja is ....
antwoord (optioneel): limonade
6. Ik ga in 1 keer naar huis; dus r.....
antwoord (optioneel): rechtstreeks
7. Een ober werkt in de be........
antwoord (optioneel): bediening
8. Twintig erbij vier is.......
antwoord (optioneel): vierentwintig
9. Morgen gaan wij die berg be......
antwoord (optioneel): beklimmen
10. De juffen zijn heel blij met j......
antwoord (optioneel): jullie
11. Als je steeds bent afgeleid kun je je niet zo goed c......
antwoord (optioneel): concentreren
12. Als je Corona hebt ben je vaak ook ver......
antwoord (optioneel): verkouden
13. Zij draagt een klein k.......... om haar hals.
antwoord (optioneel): kettinkje
14. Koningsdag hoort bij onze c....
antwoord (optioneel): cultuur
15. Na 9 uur in de avond mag je nog wel je hond ......
antwoord (optioneel): uitlaten