Spelling Taal actief thema 5 dictee werkwoorden

---

---

Vragen:

1. De capsule ... door de ruimte. (razen - vt - ev)
antwoord (optioneel): raasde

2. Hij ... al vijf maanden met grote vaart. (zweven - vt - ev)
antwoord (optioneel): zweefde

3. Binnenin ... vier astronauten. (verblijven - vt - mv)
antwoord (optioneel): verbleven

4. Ze .. uit allerlei landen. (komen - vt - mv)
antwoord (optioneel): kwamen

5. Ze ... zich ver van huis. (bevinden - vt - mv)
antwoord (optioneel): bevonden

6. De capsule ... op weg naar Mars. (zijn - vt - ev)
antwoord (optioneel): was

7. Chen ... zich over het uitzicht. (verbazen - vt -ev)
antwoord (optioneel): verbaasde

8. Sem ... een mailtje van de aarde. (beantwoorden - vt - ev)
antwoord (optioneel): beantwoordde

9. Twee maanden later ... de capsule. (landen - vt - ev)
antwoord (optioneel): landde

10. De vier bemanningsleden ... hun nieuwe woonplaats. (begroeten - vt - mv)
antwoord (optioneel): begroetten

11. Ze ... bijna, ondanks hun marspak. (bevriezen - vt - mv)
antwoord (optioneel): bevroren

12. Abigail .. een vlag van de wereld. (planten - vt - ev)
antwoord (optioneel): plantte

13. t.t Dan ... Sem in de verte: `Zijn hier geen winkels?` (wijzen - tt - ev)
antwoord (optioneel): wijst

14. t.t. Hij ... zich tegen het hoofd. (slaan - tt - ev)
antwoord (optioneel): slaat

15. t.t `Ik ... mijn tandenborstel vergeten.` (zijn - tt - ev)
antwoord (optioneel): ben

---

Speel een proefles met deze les!