Spelling Staal blok 5 week 3 les 3

---

---

Vragen:

1. Job gooide een zak in de wagen.
antwoord (optioneel): Job; job;job;JOB

2. In de straat stonden de zakken klaar.
antwoord (optioneel): de zakken; zakken;zakken;de zaken;De zakken

3. Ineens scheurde de vuilniszak open.
antwoord (optioneel): de vuilniszak; vuilniszak;vuilneszak;vuilniszak;De vuilniszak;vuilnisak;de vuilneszak;de vuilnisbak

4. Henk bestuurde de vuilnisauto.
antwoord (optioneel): Henk; henk;henk;HENK;hank

5. Miauw! Het katje sprong eruit.
antwoord (optioneel): Het katje; katje;het katje;katje;Hetkatje

6. Nu zijn ze altijd met z`n drietjes.
antwoord (optioneel): ze; Ze

7. Snel belt opa het alarmnummer.
antwoord (optioneel): opa; Opa;Opa;op;0pa

8. De boerderij vliegt in de brand.
antwoord (optioneel): De boerderij; boerderij;de boederij;boerderij;de boerderij;boederij;boederei

9. De brandweer komt snel.
antwoord (optioneel): De brandweer; brandweer;de brandweer;brandweer;*de brandweer

10. Daar klinkt de sirene al.
antwoord (optioneel): de sirene; sirene;sirene;De sirene;cirene;sirierene;de sirenen;sirena

11. Het bluswater spuit uit de slang.
antwoord (optioneel): het bluswater; Het bluswater;het bluswater8;Het bluswater;de bluswater;bluswater

12. Het vuur dooft na een uur.
antwoord (optioneel): Het vuur; vuur;het vuur;vuur;het vuur4

---

Speel een proefles met deze les!