Spelling, herhaling les 8+9

Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Spelling
Labels: Thema 6, week 3 les 8+9
Auteur: Wieger van Winssen
Datum: 03-04-'24

< Terug naar overzicht

Vragen:

1. Gisteren (vermoeden, vt) de abt al dat het niet klopte.
antwoord (optioneel): vermoedde;....vermoedde....

2. (worden, tt) je moe van dat geslenter?
antwoord (optioneel): word;Word

3. opblazen | jij hebt (voltooid deelwoord)
antwoord (optioneel): opgeblazen;...opgeblazen.;Opgeblazen

4. Vorige zomer (merken, vt) de ridders het voor het eerst.
antwoord (optioneel): merkten;...merkten...;Merkten;o

5. (redden, tt) je vader het om op tijd te zijn?
antwoord (optioneel): Redt;redt;Redt...

6. optutten | hij is (voltooid deelwoord)
antwoord (optioneel): opgetut;opgetut .;...opgetut

7. Vorig jaar (stuiten, vt) de boer op een middeleeuws muntje.
antwoord (optioneel): stuitte;...stuitte...

8. (vinden, tt) je moeder geschiedenis ook leuk?
antwoord (optioneel): Vindt;vindt

9. opgroeien | wij zijn (voltooid deelwoord)
antwoord (optioneel): opgegroeid

10. De koetsier (wenden, vt) gisteren de wagen de andere kant op.
antwoord (optioneel): wendde

12. (antwoorden, tt) je zo snel mogelijk?

13. verven | ik heb (voltooid deelwoord)

14. De monniken (wennen, vt) vroeger snel aan de stilte in het klooster.

15. (luiden, tt) je de kerkklokken iedere week?

16. verhuizen | wij zijn (voltooid deelwoord)

Speel een proefles met deze les!