Spelling Blok 6, Week 2, les 3

---

---

Vragen:

1. De Olympische Spelen werden vroeger in de Griekse stad Olympia gehouden. Welke woordsoort is `in`?
antwoord (optioneel): voorzetsel; Voorzetsel;Voorzetsel;voorzetzel

2. De Olympische Spelen werden vroeger in de Griekse stad Olympia gehouden. Noem het hulpwerkwoord.?
antwoord (optioneel): werden; Werden;Werden;WERDEN

3. De Olympische Spelen werden vroeger in de Griekse stad Olympia gehouden. Noem het voltooid deelwoord.
antwoord (optioneel): gehouden; Gehouden;Gehouden;GEHOUDEN

4. De Olympische Zomerspelen in 1896 waren de eerste moderne Olympische Spelen. Welke woordsoort is `eerste`?
antwoord (optioneel): rangtelwoord; Rangtelwoord;Rangtelwoord;Rangeltelwoord;RANGTELWOORD

5. Epke Zonderland won in 2012 op de rekstok zijn eerste olympische gouden medaille. Welke woordsoort is `gouden`?
antwoord (optioneel): Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord; stoffelijk bijvoeglijk naamwoord;stoffelijk bijvoegelijk naam woord;stoffelijk bijvoegelijk naamwoord;stoffelijkbijvoegelijknaamwoord;stoffelijk bijvoegelijknaamwoord;STOFFELIJKE BIJVOEGENAAMWOORD;stoffelijk bijjvoegelijk naamwoord;stoffelijkbevoegelijknaamwoord;stoffelijktbevoegelijknaamwoord;Stoffelijk bijvoegelijk naamwoord;Stoffelijk bevoegelijk naamwoord;stoffelijkbijvoogelijknaamwoord;stoffelijk bijvoegelijk naawoord;stofelijk bijvoegelijk naamwoord;stofelijk bijvoegelijknaamwoord;stofelijkbijvoegelijknaamwoord;stoffelijkbevoegenlijknaamwoord

6. Noem de andere bijvoeglijke naamwoorden in tekst 1. Let op kleine letters/hoofdletters!
antwoord (optioneel): Olympische, groot, moderne, Griekse, Nederlandse, succesvolste;groot,griekse,moderne,succesvolste,eerste;groot, moderne, succesvolste,;groot Griekse moderne gouden eerste;groot, griekse, moderne, succesvolste, olympische;groot griekse moderne nederlandse gouden;Olympische,griekse, moderne, Nederlandse, succesvolste;groot moderne olympische nederlandse succesvolste;groot, moderne, olympische, Nederlandse, succesvolste;groot succesvolste nederlandse moderne griekse;groot, Griekse, olympische, moderne, succesvolste;groot griekse moderne gouden succesvolste;Olympische, Griekse, Moderne, Nederlandse, Succesvolste;groot, Griekse, Olympische, Nederlandse, succesvolste

7. Noem het telwoord in tekst 1.
antwoord (optioneel): vierentwintig;een;een :)

8. Wat is het voegwoord in tekst 1?
antwoord (optioneel): waarmee; Waarmee;WAARMEE:):(:)

9. Lees tekst 2. Noem de persoonsvorm.
antwoord (optioneel): heeft; Heeft;heeft(dopdopdop);heeft:]

10. Welk zinsdeel is `heeft laten zien`?
antwoord (optioneel): werkwoordelijk gezegde; Werkwoordelijk gezegde;werkwoordelijke gezegd Boypower;werkwoordelijk gezegd hoi;ww-gezegde;werkwoordelijk g e z e g d e;werkwoordelijk gezegde:));werwoordelijk gezegde

11. Welk zinsdeel is `het filmpje van de winnende oefening van Epke Zonderland`?
antwoord (optioneel): lijdend voorwerp; Lijdend voorwerp;lijdend voorwerp .;Lijdend voorwerp;lijdendvoorwerp;Lijdend voorwerp(kakakaka);lijdendvoorwerp :);Lijdend Voorwerp;lijden voorwerp;☆ Lijdendvoorwerp ☆

12. Noem het meewerkend voorwerp in tekst 2.
antwoord (optioneel): me; Me;Me isa;Me;ME!;😀me😀

13. Noem de bepaling van tijd in tekst 2.
antwoord (optioneel): Net; net;net;net bel;net😭;net :);net :)) <3

14. Noem de bepaling van plaats in tekst 2.
antwoord (optioneel): Op de computer; op de computer;op de computer;op de computer(isab;op de computer <3 :);op de compUter;op de computer🤬;op de computer <3;opde computer

15. Dictee: woord 1 -> luister naar de juf en schrijf het woord op.
antwoord (optioneel): de meteoriet;De meteoriet;meteoriet

16. Dictee: woord 2 -> luister naar de juf en schrijf het woord op.
antwoord (optioneel): de lanceringen;De lanceringen🫶;De lanceringen;de lancering;de lanceringen ik ben isab

17. Dictee: woord 3 -> luister naar de juf en schrijf het woord op.
antwoord (optioneel): de bangeriken;😀de bangeriken;🤬de bangeriken🤬;De bangeriken;de bangeriken ik ben ihsa;de bangeriken😁;de bangeriken ik ben isabel

18. Dictee: zin 1: luister naar de juf en schrijf de zin op. Denk aan de leestekens!
antwoord (optioneel): Word niet duizelig!;word niet duizelig;Word niet duizelig!!!!;Word niet duizelig🫣;word niet duizelig!;Word niet duizelig.;word niet duizelig !;😀Word niet duizelig.🥴;☆Word niet duizelig!☆

19. Dictee: woord 4 -> luister naar de juf en schrijf het woord op.
antwoord (optioneel): Astronauten; astronauten;astronauten;astronauten Mona;astronauten🤑

20. Dictee: woord 5 -> luister naar de juf en schrijf het woord op.
antwoord (optioneel): Speciale; speciale

21. Dictee: woord 6 -> luister naar de juf en schrijf het woord op.
antwoord (optioneel): absurd; Absurd;Absurd;ABSURD;︎☁︎Absurd☁;absurd🐅🐅🐅

22. Astronauten dragen speciale pakken, zodat ze in de ruimte kunnen leven. Welke woordsoort is `pakken`?
antwoord (optioneel): zelfstandig naamwoord; Zelfstandig naamwoord;zn;Zelfstandig naamwoord🐎🐕‍🦺;zelfstandig naamwoord888888

23. Astronauten dragen speciale pakken, zodat ze in de ruimte kunnen leven. Noem het bijvoeglijk naamwoord.
antwoord (optioneel): speciale; Speciale;Speciale;speciale🌝;speciale🌸;Speciale🐎🐎;speciale💏

24. Astronauten dragen speciale pakken, zodat ze in de ruimte kunnen leven. De astronaut checkte de snelheid, omdat de raket absurd snel vloog. Noem de voegwoorden.
antwoord (optioneel): zodat, omdat;zodat,omdat;Zodat, omdat;zodat , omdat;zodat omdat🌸;zodat omdat;ⰔⱄZodat, omdatⱄⰔ

---

Speel een proefles met deze les!