Spelling - blok 5, week 1, les 4

Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Spelling
Labels: Spelling Staal- blok 5, week 1, les 4
Datum: 30-01-'21
< Terug naar overzicht
Vakgebied: Spelling
Labels: Spelling Staal- blok 5, week 1, les 4
Datum: 30-01-'21
< Terug naar overzicht
Vragen:
1. Welke categorie hoort bij `douane`?antwoord (optioneel): routewoord;Routewoord;route wood;25 routewoord;lange klank
2. Welke categorie hoort bij `zij checken`?
antwoord (optioneel): leenwoord;leen woord
3. Welke categorie hoort bij `de officiƫle papieren`?
antwoord (optioneel): klankgroepenwoord; kilowoord; centwoord; tremawoord;trema woord;tremawoord;kilowoord;tremawoord 28;tremawood;tremawoordd;28 tremawoord;tremawoord en korteklank
4. Welke categorie hoort bij `de bagage`?
antwoord (optioneel): klankgroepenwoord; garagewoord;garagewoord;garage;gragewoord;Garagewoord;Garage Woord;garage woord;26 garagewoord;garage woord
5. Welke categorie hoort bij `bikini`s`?
antwoord (optioneel): kilowoord; komma-s meervoud;komma woord;kilowoord en komma`s woord;KILOwoord;kilo woord;,s woord;13 kilowoord
6. Hoe schrijf je het werkwoord? Zij ..... van vliegen.
antwoord (optioneel): hield;hield vt
7. Hoe schrijf je het werkwoord? Wat .... je van het uitzicht?
antwoord (optioneel): vind;vind tt
8. Hoe schrijf je het werkwoord? Hij .......... op tijd te landen.
antwoord (optioneel): verwachtte;verwachtte vt;Verwachtte;Hij verwachtte op tijd te landen.
9. Hoe schrijf je het werkwoord? Zij hebben ......
antwoord (optioneel): gespot;Zij hebben gespot.
10. Dictee vraag 1: Schrijf op... (bedenk meteen welke regels in dit woord zitten)
antwoord (optioneel): de klaar-over;klaar-over;klaar-over koppel teken;klaar - over;klaar-over 30;klaar-over 1,30,10
11. Dictee vraag 2: Schrijf op... (bedenk meteen welke regels in dit woord zitten)
antwoord (optioneel): de verkeersleider;de vekeersleider;verkeersleider
12. Dictee vraag 3: Schrijf op... (bedenk meteen welke regels in dit woord zitten)
antwoord (optioneel): actief;Actief;actief 18;ACTIEF
13. Dictee zin 1: Schrijf op... (bedenk meteen welke regels in deze zin zitten)
antwoord (optioneel): Land je voorzichtig?;Land je voorzichtig;Land je voorzichtig??;land je verzichtig?;Land je voorzichtig.
14. Dictee zin 2: Schrijf op... (bedenk meteen welke regels in deze zin zitten)
antwoord (optioneel): Job van Os heeft `s ochtends een ideaal schema gekregen.;Jop van Os heeft `s ochtends een ideaal schema gekregen
15. Dictee zin 3: Schrijf op... (bedenk meteen welke regels in deze zin zitten)
antwoord (optioneel): Ik had geen vertraging, ondanks de turbulentie.