Persoonsvorm thema 1

Groep: Groep 5/6
Vakgebied: Taal
Labels: Taal persoonsvorm groep 6
Datum: 22-09-'20
< Terug naar overzicht
Vakgebied: Taal
Labels: Taal persoonsvorm groep 6
Datum: 22-09-'20
< Terug naar overzicht
Vragen:
1. Anna gaat vaak met de benenwagen.antwoord (optioneel): gaat;Gaat
2. Bas reist meestal met de trein.
antwoord (optioneel): reist
3. Chris laat zich liever dragen.
antwoord (optioneel): laat
4. Dennis vindt hard fietsen fijn.
antwoord (optioneel): vindt
5. Er zijn veel manieren om te gaan.
antwoord (optioneel): zijn
6. We komen allemaal op onze bestemming aan.
antwoord (optioneel): komen
7. Paul wil het oude mobieltje van zijn moeder hebben.
antwoord (optioneel): wil
8. Zij vindt het maar onzin.
antwoord (optioneel): vindt
9. Een mobieltje heeft een jongen van 10 niet nodig.
antwoord (optioneel): heeft
10. Hij kan beter gaan voetballen met zijn vrienden.
antwoord (optioneel): kan
11. Later die middag krijgt zijn moeder van iemand een sms`je.
antwoord (optioneel): krijgt
12. `Uw zoon ligt met een verstuikte enkel op het veld.`
antwoord (optioneel): ligt