Ontleden 1

---

---

Vragen:

1. Vorige week heb ik tien euro gedoneerd (wwg).
antwoord (optioneel): heb gedoneerd;heb gedoneerdt

2. Vorige week heb ik tien euro gedoneerd (o).
antwoord (optioneel): ik;Ik

3. Vorige week heb ik tien euro gedoneerd (lv).
antwoord (optioneel): tien euro;10 euro

4. De keuken heeft een dakraam (wwg).
antwoord (optioneel): heeft

5. De keuken heeft een dakraam (o).
antwoord (optioneel): De keuken; de keuken

6. De keuken heeft een dakraam (lv).
antwoord (optioneel): een dakraam; een dakraam.;Een dakraam

7. Waarom heb je dat gegeven? (wwg)
antwoord (optioneel): heb gegeven

8. Waarom heb je dat gegeven? (o)
antwoord (optioneel): je

9. Waarom heb je dat gegeven? (lv)
antwoord (optioneel): dat

10. Bij de opening van het nieuwe winkelcentrum kreeg iedereen een leuke verrassing (wwg)
antwoord (optioneel): kreeg

11. Bij de opening van het nieuwe winkelcentrum kreeg iedereen een leuke verrassing (o)
antwoord (optioneel): iedereen

12. Bij de opening van het nieuwe winkelcentrum kreeg iedereen een leuke verrassing (lv)
antwoord (optioneel): een leuke verrassing;een leuke verassing

13. Tussen de middag eet ik twee boterhammen met kaas (wwg)
antwoord (optioneel): eet

14. Tussen de middag eet ik twee boterhammen met kaas (o)
antwoord (optioneel): ik

15. Tussen de middag eet ik twee boterhammen met kaas (lv)
antwoord (optioneel): twee boterhammen met kaas;twee boterammen met kaas;twee boterhamen met kaas

16. Youri rijdt naar het voetbalveld (wwg)
antwoord (optioneel): rijdt

17. Youri rijdt naar het voetbalveld (o)
antwoord (optioneel): Youri

18. Youri rijdt naar het voetbalveld (lv)

19. Er wordt aan de deur gebeld (wwg)
antwoord (optioneel): wordt gebeld

20. Hij laat zijn hond uit (wwg)
antwoord (optioneel): laat uit

---

Speel een proefles met deze les!