ik-vorm en hele werkwoord (infinitief)

---

---

Vragen:

1. Geef het hele werkwoord van `loop`
antwoord (optioneel): lopen

2. Geef het hele werkwoord van `heb`
antwoord (optioneel): hebben

3. Geef de ik-vorm van `vragen`
antwoord (optioneel): vraag

4. Geef de ik-vorm van `slapen`
antwoord (optioneel): slaap

5. Geef het hele werkwoord van `rent`
antwoord (optioneel): rennen

6. Geef het hele werkwoord van `lig`
antwoord (optioneel): liggen

7. Geef de ik-vorm van `zeggen`
antwoord (optioneel): zeg

8. Geef de ik-vorm van `hebben`
antwoord (optioneel): heb

9. Geef het hele werkwoord van `vliegt`
antwoord (optioneel): vliegen

10. Geef de ik-vorm van `leggen`
antwoord (optioneel): leg

11. Geef de ik-vorm van `dragen`
antwoord (optioneel): draag

12. Geef de ik-vorm van `krabben`
antwoord (optioneel): krab

---

Speel een proefles met deze les!