Groep 8 - Taalactief 4 - Thema 4 - Woordenschat - Week 1

---

---

Vragen:

1. Aangeven dat je ergens aan mee wilt doen, of dat je ergens lid van wil worden.
antwoord (optioneel): Zich ergens voor opgeven;zich ergens voor opgeven;ergens voor opgeven;Ergens voor opgeven;opgeven

2. De manier waarop je je voeten gebruikt bij allerlei sporten en bij het dansen.
antwoord (optioneel): Het voetenwerk;het voetenwerk;voetenwerk;Voetenwerk;voetewerk

3. Iets heel gemakkelijk doen.
antwoord (optioneel): ergens je hand niet voor omdraaien;Ergens je hand niet voor omdraaien;hand niet omdraaien;je hand ergens niet voor om draaien;je hand er niet voor omdraaien;ergens niet je hand voor omdraajen

4. De van tevoren bedachte passen en bewegingen die een danser maakt.
antwoord (optioneel): de choreografie;De choreografie;choreografie;Choreografie;cheografie;de choreogravie

5. Dikke kousen met een broekje eraan vast
antwoord (optioneel): de maillot;maillot;De maillot;Maillot;maliot;mailot;malliot;maio

6. Aangeven dat je ergens niet aan mee wilt of kunt doen.
antwoord (optioneel): zich ergens voor afmelden;Zich ergens voor afmelden;afmelden

7. Een groep mensen die samen iets moet regelen.
antwoord (optioneel): de commissie;De commissie;commissie;Commissie;comisie;de commisie;comisi;commisie;comissie

8. Vastellen
antwoord (optioneel): Constateren;constateren

9. Helemaal niet
antwoord (optioneel): Allerminst;allerminst;ALLERMINST

10. Als iemand je laat weten dat iets klopt, of dat iets doorgaat.
antwoord (optioneel): de bevestiging;De bevestiging;bevestiging;Bevestiging;bevestigen

---

Speel een proefles met deze les!