Groep 5 Taal - Leestekens

---

---

Vragen:

1. Achter welk woord hoort het uitroepteken? Dat is lekker - Vind jij dat lekker
antwoord (optioneel): lekker ;lekker!;lekker

2. Mama is haar bril weer eens kwijt - Mam, hij ligt hier
antwoord (optioneel): hier

3. Brrr, wat koud - Ik heb het koud (typ 2 woorden).
antwoord (optioneel): wat koud ; koud

4. Ik ben morgen jarig - hiep, hiep, hoera
antwoord (optioneel): hoera ;hoera;hiep hiep hoera

5. Nederland is kampioen - we hebben gewonnen
antwoord (optioneel): kampioen ;fewonnen;gewonnen

6. Bruno, koest - de meneer wil dat zijn hond rustig wordt
antwoord (optioneel): koest

7. Schrijf het laatste woord en typ het juiste leesteken erachter. Kies uit: . ! of ? Hè hè, eindelijk
antwoord (optioneel): eindelijk! ;eindelijk!;eindelijk !;!;iendelijk ben je hier!

8. Waar bleven jullie toch zo lang
antwoord (optioneel): lang? ; Lang? ;lang?;?

9. De GPS van de telefoon deed het niet
antwoord (optioneel): niet.

10. Maar die telefoon lag toch in de auto
antwoord (optioneel): auto?

11. Poeh, wat ben ik moe
antwoord (optioneel): moe!

12. Ik ga nog even zwemmen
antwoord (optioneel): zwemmen.

13. Liza, waar ben je
antwoord (optioneel): je?

14. Ik ben hier
antwoord (optioneel): hier!

15. Ik heb geen zin om te gaan wandelen vandaag
antwoord (optioneel): vandaag.

16. Dan maak je maar zin
antwoord (optioneel): zin!

17. Ik heb een verrassing voor je
antwoord (optioneel): je.

18. Wat is dat dan
antwoord (optioneel): dan?

19. Vind je dat leuk
antwoord (optioneel): leuk?

20. Wat lekker
antwoord (optioneel): lekker!

---

Speel een proefles met deze les!