Franse werkwoorden t/m M14
Vragen:
1. (être) Nous ... dans la classe 6A.antwoord (optioneel): sommes
2. (chanter) Jean et Marie ... une très belle chanson.
antwoord (optioneel): chantent
3. (écouter) Vous ... très bien le professeur.
antwoord (optioneel): écoutez
4. (jouer) Tu aimes ... à la balle?
antwoord (optioneel): jouer
5. (avoir) Les élèves ... un professeur magnifique!
antwoord (optioneel): ont
6. (habiter) Où ...-vous?
antwoord (optioneel): habitez
7. (boire) Nous ... un verre de vin rouge.
antwoord (optioneel): buvons
8. (écrire) J` ... une lettre au Sint-Nicolas.
antwoord (optioneel): écris
9. (travailler) On ... très bien pendant la leçon de français.
antwoord (optioneel): travaille
10. (rester) Moi, je ... toujours à la maison pendant le soir.
antwoord (optioneel): reste
11. vinden
antwoord (optioneel): rentrer~||~chatter~||~trouver~||~payer~||~3
12. mogen
antwoord (optioneel): vouloir~||~pouvoir~||~compter~||~apprendre~||~2
13. winnen
antwoord (optioneel): gangrer~||~nager~||~ganger~||~gagner~||~4
14. doen
antwoord (optioneel): faire~||~avoir~||~aller~||~être~||~1
15. vertellen
antwoord (optioneel): écouter~||~raconter~||~acheter~||~vouloir~||~2
16. Elles restent.
antwoord (optioneel): Zij vertrekken.~||~Zij blijven.~||~Zij keren terug. ~||~Zij vallen. ~||~2
17. Vous lisez.
antwoord (optioneel): Wij lezen. ~||~Jullie slapen. ~||~U leest. ~||~Zij spreken. ~||~3
18. Ils viennent.
antwoord (optioneel): Zij komt. ~||~Zij leest. ~||~Zij komen. ~||~Zij lezen. ~||~3
19. Wij beginnen.
antwoord (optioneel): Nous commencer. ~||~Nous commencons.~||~Nous commencez. ~||~Nous commençons. ~||~4
20. Jij gaat verder.
antwoord (optioneel): Tu vas.~||~Tu alles. ~||~Tu continue. ~||~Tu continues. ~||~4
