DISK 2. Bellen en mailen (beginner) - werkwoorden zinnen maken

Vragen:
1. Ik (halen)antwoord (optioneel): Ik haal
2. halen
3. Ik (komen)
antwoord (optioneel): Ik kom
4. komen
5. Ik (krijgen)
antwoord (optioneel): Ik krijg
6. krijgen
7. Ik (moeten)
antwoord (optioneel): Ik moet
8. moeten
9. Ik (sturen)
antwoord (optioneel): Ik stuur
10. sturen
11. Ik (uitleggen)
antwoord (optioneel): Ik leg uit
12. uitleggen
13. Ik (vertellen)
antwoord (optioneel): Ik vertel
14. vertellen
15. Ik (willen)
antwoord (optioneel): Ik wil
16. willen
17. Ik (zeggen)
antwoord (optioneel): Ik zeg
18. zeggen