blok 3 woordenschat TA

Vragen:
2. Niet bang zijn om iets te zeggen wat je van iets vindt......antwoord (optioneel): Niet op je mondje gevallen zijn;niet op je mondje zijn gevallen;niet op je mondje gevalen zijn;niet op je mondje gevallen;je bent niet op je mondje gevallen
3. Barbara vindt het verhaal interessant en wil er meer van weten.....
antwoord (optioneel): Ze heeft er oren naar;er wel oor naar hebben;er wel oor hebben;er oor voor hebben;er oren naar hebben;oor voor heben;ergens oor naar hebben
4. De tekenaar heeft aandacht voor details....
antwoord (optioneel): Hij heeft er oog voor;oog voor heben;er wel oog naar hebben;ergens oog voor hebben;ergens oog naar hebben;oog voor hebben
5. de dief ziet de agent aankomen en....
antwoord (optioneel): Hij maakt zich uit de voeten.;maakt zich uit de voet;de benen hebben;maakt zicht de voeten;uit de voeten maken
6. De juf schrikt enorm van de rat bij haar voeten....
antwoord (optioneel): Hij jaagt haar de stuipen op het lijf;stuipen op het lijf jagen;haar stuipen op het lijf jagen;iemand het stuip op het lijf jagen
7. Wat betekent: ze gaan met elkaar op de vuist?
antwoord (optioneel): Ze gaan vechten;vechten;met elkaar vechten;ze gaan vechten
8. Mustafa weet alle antwoorden zonder moeite....
antwoord (optioneel): Hij schudt het uit zijn mouw;iets uit de mouwen schuden;uit de mouwen schudden;uit de mouw schudden;hij schudt het uit zijn mouw;uit de mouwen schuden
9. Eeen ketting en een corsage noem je....( let op je spelling!)
antwoord (optioneel): accessoires;sieraat
10. Een klein doosje met een foto erin aan een ketting, noem je...
antwoord (optioneel): Medaillon;medaillon;het medaillon
11. De jongen laat vol trots zijn nieuwe joggingpak zien......
antwoord (optioneel): Hij pronkt.;pronken;ergens mee pronken
12. Wat is een ander woord voor naamkaartje?
antwoord (optioneel): Badge;badge
13. `n Plaatje van een club op een shirt noem je.....
antwoord (optioneel): Een embleem;embleem