Blok 1, week 1, les 4 (leerjaar 6)

Vragen:
1. Wat is de regel van het luchtwoord?antwoord (optioneel): Korte klank +cht met de ch van lucht~||~Net als ding-dong~||~Ik schrijf het woord zoals ik het hoor~||~Langer maken en dan weet ik dat ik het met ch moet schrijven~||~1;Korte klank cht met de ch van lucht
2. Welke categorie hoort bij: de saus
antwoord (optioneel): Hakwoord ~||~Au - plaat~||~Hakwoord en au-plaat~||~~||~3;Hakwoord en au-plaat;Au - plaat
3. Wat is er met het woord: de zalm?
antwoord (optioneel): Is het een hakwoord?~||~Is het een speciaal hakwoord?~||~Is het een plankwoord?~||~Is het een langermaakwoord?~||~2
4. Wat is de regel van het plankwoord?
antwoord (optioneel): Daar maag geen g tussen~||~Daar mag geen k tussen~||~Ik hoor een nk maar ik schrijf ng~||~Ik hoor een nk maar ik schrijf allen een k~||~1;Daar maag geen g tussen
5. Welke woorden staan op de ei plaat?
antwoord (optioneel): Geit, wei en plein~||~auto en restaurant?~||~~||~~||~1;Geit, wei en plein
6. Is ik lach een luchtwoord?
antwoord (optioneel): Ja, alleen een luchtwoord~||~Nee, geen luchtwoord~||~Ja, een luchtwoord van het versje~||~~||~3;Ja, een luchtwoord van het versje;Ja, alleen een luchtwoord
7. Welke is goed geschreven?
antwoord (optioneel): hij splits~||~hij spliets~||~hij spits~||~hi splies~||~1;hij splits
8. Het tegenovergestelde van snel
antwoord (optioneel): moe~||~stroef~||~super~||~langzaam~||~4;langzaam
9. Wat is het werkwoord in de zin: Roos fietst naar school toe
antwoord (optioneel): school~||~Roos~||~fietst~||~toe~||~3;fietst
10. Welk woord is een samenstelling?
antwoord (optioneel): stormkracht~||~zangeres~||~achter~||~opdrachten~||~1;stormkracht