HomeLes volgenGelijk testen!LessenbibliotheekInloggenContact

Biologie `het lichaam`


Groep: Groep 7/8
Vakgebied: Natuur & Techniek
Labels: Biologie: het lichaam
Datum: 01-02-'21

< Terug naar overzicht

Vragen:

1. Als ik ga sporten heb ik nodig: brandstoffen of bouwstoffen
antwoord (optioneel): brandstoffen;allebei

2. Zijn koolhydraten bouwstoffen of brandstoffen?
antwoord (optioneel): brandstoffen;allebei

3. Kinderen tot en met 18 jaar zijn in de groei. Hiervoor hebben ze nodig brandstoffen of bouwstoffen?
antwoord (optioneel): bouwstoffen

4. eiwitten zijn brandstoffen of bouwstoffen?
antwoord (optioneel): bouwstoffen;allebei

5. Voorbeelden van brandstoffen zijn: A) groente en fruit B) brood en aardappels C) melk en vis
antwoord (optioneel): B: brood en aardappels;brood,aardappel;b;B

6. De bloedsomloop zorgt voor A) verteren van voedsel B) vervoeren van zuurstof en voedingsstoffen C) tegenhouden van ziektekiemen uit het voedsel D) maken van urine
antwoord (optioneel): B) vervoeren van zuurstof en voedingsstoffen;B;b;c

7. Welke weg legt voedsel af, voordat het in de wc belandt? (5 stappen)
antwoord (optioneel): mond, slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm;slokdarm, maag dunne darm, dikke darm, blaas;tanden,spijsvertering,maag,dunnedarm en blindedarm;mondhalte,slokdarm,maag,dunne darm,dikkedarm,;slokdarm maag dunnedarm dikkedarm nieren;Mond,slokdarm,maag,dunne dram,dikke darm;mond,slokdarm,maag,dunne darm, nieren;mond,slokdarm,maag,dikke darm,dunnendarm;mond,slokdarm,maag,dunne darm,dikke darm, endeldarm, anus;eerst je mond dan de slokdarm dan de maag daarna de dunne darm en dan de dikke darm;mond slokdarm maag dunne darm dikke darm;mond slokdarm maag dunne darm dikke darm kont;mond,slokdarm,maag,dunne darm, dikke darm, WC;mond, slokdarm, maag, dunnen darm en de dikke darm;slokdarm maag dunne darm dikke darm enkeldarm;slokdarm, maag, dunnen darm , dikken darm en organen;mond, slokdarm, maag, dunne darm,dikke darm;mond, slokdarm, maag, dunnedarm, dikkedarm;mond slokdarm maag dikke darm dunne darm

8. Hoe heet het deel dat het voedsel omlaag perst?
antwoord (optioneel): slokdarm;Slokdarm;slokdarm of twaalfvingerige darm

9. Hoe heet het deel waar het eten in kleinere stukken wordt gemalen?
antwoord (optioneel): mond;de mond;mondhalte;kiezen;je mond

10. Hoe heet het deel dat zorgt voor de afvoer van vast afval (poep)
antwoord (optioneel): dikke darm;de dikken darm;Dikke darm;dikkedarm;de anus;de dunne darm;dunne darm;dikken darm;darmen;Dikke Darm;de bloedsomloop

11. Hoe heet het deel waar voedingsstoffen in het bloed terecht komen?
antwoord (optioneel): dunne darm;dunnen darm;de dunne darm;de dunne darm in de darmwand;Dunne Darm;je maag of twaalfvingerige darm

12. Hoe heet het deel waar zure sappen zorgen dat voedselbrokjes nog kleiner worden?
antwoord (optioneel): maag;de maag;Maag;in de maag;Maagzuur;twaalfvingerige darm

13. Hoe heten de twee organen die afvalstoffen uit het bloed halen (en hier urine van maken)?
antwoord (optioneel): nieren;De nieren;de nieren;De Nieren;je maag en je twaalfvingerige darm

14. Waar of niet waar: op je tong zitten reukhaartjes
antwoord (optioneel): niet waar;nee;Fout;NIET WAAR;nee volgensmij zijn dat knopjes

15. Waar of niet waar: proeven doe je met je tong en neus.
antwoord (optioneel): waar;helemaal waar;Goed;ja dat is waar;WAAR

16. Waar of niet waar: met smaakpapillen kun je ruiken.
antwoord (optioneel): niet waar;niet waar je kan er mee proeven;dat is niet waar;NIET WAAR;Natuurlijk NIET;nee

17. Waar of niet waar: het trommelvlies zit in je oor
antwoord (optioneel): waar;WAAR!;dat is waar je trommel vlies zit in je oor;Waar;natuurlijk waar anders zouden we niet zo goed kunnen horen;helemaal waar

18. Waar of niet waar: de pupil zit midden in het oog
antwoord (optioneel): waar;WAAR;niet waar die ziet voor

19. Waar of niet waar: je huid is een voelzintuig
antwoord (optioneel): waar;Waar;waar (voor somige);WAAR

20. Welke vier smaken proef je met je tong?
antwoord (optioneel): zoet, zout, zuur en bitter;zoet zout zuur en bitter;zuur,bitter,zoet en zout;bitter zuur zoet zout umami(hartig);zoet,zout,bitter,zuur;zoet,zuur,bitter,zout;zoet, zuur, zout, bitter en oemaanie;zuur,bitter,zoet,zout;zoet,zuur,zout,bitter,pittig;zoet zuur bitter umami;zoet zout bitter zuur;zout,zoet,bitter,zuur;zuur zout bitter en zoet;zout zuur zoet bitter;zoet,zout,zuur,bitter;zoet zout zuur bitter;zoet, zuur, zout, bitter, umami;zoet zuur bitter zout

21. Noem de vijf zintuigen.
antwoord (optioneel): zien, horen, voelen, proeven, ruiken;horen,zien,voelen,ruiken,proeven;Zien,horen,ruiken,voelen,proeven;zien horen proeven voelen ruiken;oren, ogen, neus, mond en huid;horen,ruiken,voelen,proeven,praten;ruiken ,proefen,zien,horen,voelen;de neus de mond je huid je ogen je oren;voelen horen proeven zien ruiken;oog, tong, neus, huid, oren;zien horen ruiken voelen proeven;oog,oor,neus,mond en huid;zien,voelen,ruiken,proeven,horen;zien, horen, ruiken, proeven, voelen;mond huid oren neus ogen

22. Wat gebeurt er met je pupil als je in het donker loopt?
antwoord (optioneel): Je pupil wordt groter.;Wordt groter;hij word groter;het wordt groter;dan word hij groter;het wordt GROOT;dan wordt je pupil groter;dan word hij groter zo kan er meer licht naar binnen;die woord groter zodat hij meer licht kan opvangen;dan woord het groter;die woord heel groot;dan word de pupil groter;word het groter;het word groter;die word groter;dan zie je niks;hij word kleiner

23. Wat gebeurt er met je pupil als je in een zaklantaarn kijkt?
antwoord (optioneel): Je pupil wordt kleiner;dan word hij kleiner;hij wordt KLEiner;die wordt kleiner;je pupil word kleiner;Wordt kleiner;dan woordt je pupil juist kleiner;kleiner;hij wordt klijner;dat woord hij kleiner;dan word hij heel klein;word je pupil kleiner en doet het pijn aan je ogen;die woord kleiner;dan heb je nog moeie ogen en is het heel vel;dan word je pupil groter;Dan word die kleiner;dan woord hij kleiner;dan word je pupil kleiner;dan is die klein



Speel een proefles met deze les!


Een moment geduld...
Als respons van de website uit blijft,
neem dan contact met ons op.

Contact Sluiten