Alle vormen van een werkwoord schrijven 2

Vragen:
1. Gisteren heeft Rens zijn enkel (verzwikken) ...antwoord (optioneel): verzwikt
2. De politie (controleren) ... gisteren op alcoholgebruik.
antwoord (optioneel): controleerde
3. Na die lange reis (duiken vt) ... we meteen in het zwembad.
antwoord (optioneel): doken
4. Ik heb mijn broertje van het touw (bevrijden) ...
antwoord (optioneel): bevrijd
5. Het (bevrijden) ... broertje was enorm opgelucht.
antwoord (optioneel): bevrijde
6. Het publiek heeft het team (toejuichen) ...
antwoord (optioneel): toegejuicht
7. Hij (worden tt) ... de beste van de klas.
antwoord (optioneel): wordt
8. Vorig jaar (finishen) ... een Spanjaard als eerste.
antwoord (optioneel): finishte
9. Mijn vader heeft tijdens de vakantie regelmatig (golfen) ...
antwoord (optioneel): gegolfd; gegolft
10. Zij (besteden) ... gisteren erg veel tijd aan haar kapsel.
antwoord (optioneel): besteedde