Taal Actief 4 - groep 7 - thema 3 - les 11b
Vragen:
1. Dit is een ander woord voor normaal:antwoord (optioneel): gebruikelijk;j
2. Ik heb erge dorst, dus ik heb veel ............... aan water.
antwoord (optioneel): behoefte;behoefte hebben;behoefte hebben aan iets;Behoefte;behoefte hebben aan;behoefte hebben met iets;behoefte aan;de behoefte hebben aan
3. Wat loopt er in de mond als je iets lekker vindt:
antwoord (optioneel): water;het water;het water loopt me in de mond;het water loopt me in me mond;het water loopt in de mond;het water loopt me in de mond
4. Een dunne soep gemaakt van vlees, vis, groenten of kruiden.
antwoord (optioneel): de bouillon;bouillon;De bouillon
5. Dit eten vult de maag goed. Het is .......... eten.
antwoord (optioneel): voedzaam;Voedzaam
6. Kamperen is een goedkoper .......... voor slapen in een hotel.
antwoord (optioneel): alternatief;het alternatief
7. Dit is een ander woord voor helemaal:
antwoord (optioneel): totaal;in totaal;In totaal;intotaal
8. Of we pannenkoeken gaan eten, is ............. van of er nog melk te koop is.
antwoord (optioneel): afhankelijk;afhankelijk van;Afhankelijk Van
9. Ik zet dat dit leesboek heel erg spannend is. Ik .... het aan.
antwoord (optioneel): prijs;aanprijs;aanprijzen;Aanprijzen;prijs hem aan
10. Als je iets niet lekker vindt en je lichaam gooit het er weer uit, ben je aan het:
antwoord (optioneel): kokhalzen;Kokhalzen
11. Dit beest is groen en kan heel goed springen:
antwoord (optioneel): sprinkhaan;de sprinkhaan;De Sprinkhaan;een sprinkhaan
12. Dit insect leeft in warme landen en lijkt op een mier:
antwoord (optioneel): De termiet;een termiet;de termiet;termiet
13. De lippen aflikken omdat je je verheugt op iets heel lekkers:
antwoord (optioneel): likkebaarden;Likkebaarden
